Biologisch onderzoek
Misschien heb je het verhaal al eens gehoord. Maar het kan geen kwaad om het nog eens te lezen. Er was eens een bioloog die wilde weten bij welke temperatuur de grens ligt waarop kikkers uit het water willen. Hiervoor deed hij een kikker in een bak met een laagje water, zodat het beestje eruit kon springen als dat nodig was. Deze bak water werd verwarmd. Vervolgens maakte hij het water 5 graden warmer en deed er nog een kikker bij. Beide kikkers bleven zitten. Dit herhaalde zich nog een paar keer: temperatuur omhoog, kikker erbij. En ze bleven in de bak.
Op een gegeven moment was het water zo warm dat de kikker die er als laatste in gestopt werd er meteen weer uit sprong. Het werd hem te heet onder de pootjes. Echter, de kikkers die er al in zaten, bleven er in. Ze waren te versuft om ook maar iets te doen. De geleidelijke temperatuursverhoging zorgde ervoor dat ze beetje bij beetje in de gevarenzone kwamen. De laatste kikker kwam hier al meteen achter. En nam meteen de beslissing te vluchten voor de ellende.
Wij kunnen je helpen
Direct de juiste hulp van een psycholoog die bij jou past
- Gekwalificeerde psychologen
- Al 47.242 mensen geholpen
- Snel en persoonlijk
- Geen wachtlijst
Rood huidje
Ditzelfde heb je misschien ook wel eens onder de douche gedaan. Je staat daar heerlijk onder die waterstralen te poedelen. En doet de kraan een beetje warmer. Na een tijdje denk je: “Dat is lekker, zo ‘n hete plens water. Ik doe hem nog een beetje warmer”. En na een paar keer is die kraan gloeiend heet. Maar jij kunt ertegen.
Zou je nu vergeten de kraan weer terug te draaien naar een lagere temperatuur. En je gaat de volgende keer weer onder de douche, dan kun je nog wel eens onaangenaam verrast worden. En een rood huidje oplopen. Het eerste dat je dan doet, is onder die waterstraal vandaan en vervolgens de kraan op een behaaglijke temperatuur zetten.
Klap op klap
Wat hebben die twee voorbeelden nu met een burn-out te maken? Dat ga ik je nu vertellen. Tegenslagen horen bij het leven. De één krijgt er meer te verduren dan de ander. Mensen hebben het vermogen terug te veren na een dreun. Dit kost wel de nodige energie. Je lichaam doet er alles aan om het evenwicht weer te herstellen. Het streeft naar homeostase. En vervolgens gaan we weer door.
Maar, die dreun kan wel een beschadiging van je ziel hebben opgeleverd. En toch hou je vol. Je moet immers verder. Met je werk. Met je leven. Als je dan weer een psychische klap te verduren krijgt. Of een aantal achter elkaar, dan kan op een gegeven moment de energie op zijn om overeind te blijven. Je veert niet meer terug. Jouw accu is leeg. Je bent letterlijk opgebrand.
Vlammetje gedoofd
Geen puf, lichamelijk en geestelijk op. Somber, depressief. Futloos. Zinloos. Machteloos. Wel slapen, maar doodmoe wakker worden. Wel eten, maar alles smaakt hetzelfde. Of, smaakt eigenlijk niet. Plezier is er niet meer. Je gaat in een soort overlevingsstand. Winterslaap met open ogen. Het kaarsje is uit.
“Eigenlijk voelt de hele dag alsof je watten in je hoofd hebt. En je door heuphoge modder ploetert”, vertelde een cliënt mij eens. Na voor de derde keer een fusie van haar bedrijf te hebben meegemaakt, knakte ze. ‘Sanne’ kon de spanning van wel of niet overgenomen te worden door de nieuwe werkgever niet meer aan.“ Gek hè? Vind je dat niet gek? Mijn collega’s hebben nergens last van. En ik bij de vorige keer ook niet”.
Toen ze wat meer over zichzelf begon te vertellen, bleek dat ze in de loop der tijd al veel te verduren had gehad. Haar vader overleed toen ze 23 was. Hij maakte net niet mee dat ze afstudeerde bij geneeskunde. Na haar studie raakte ze al gauw teleurgesteld in de artsenij, maar vond snel toch ´iets medisch’ in het geneesmiddelenonderzoek. Toen ze 4 jaar samen met haar partner was, raakte ze in verwachting. De zwangerschap verliep voorspoedig. En zodra de kleine het levenslicht gezien had, trok ze de hardloopschoenen weer aan om zo gauw mogelijk fit te zijn voor het werkende leven. En de extra kilo’s kwijt te raken.
Circus
Balanceren en jongleren. Het lijkt wel een circus. De balans tussen werk en privé. En tegelijkertijd verschillende bordjes omhoog houden. Het is een uitdaging. Helemaal als je op alle fronten het beste van jezelf wilt laten zien. En wilt voldoen aan wat de maatschappij van je verlangt. Je presteert op de toppen van je kunnen, totdat je moeite hebt een bordje draaiende te houden. Hij dreigt bijna te vallen. En door je daar op te concentreren, vergeet je de overige bordjes. Met kapotte bordjes op de grond tot gevolg.
Vertaald naar Sanne: ze wilde alles meteen goed doen bij het grootbrengen van haar kindje. (Welke ouder wil dat nou niet?). Maar, bij opvoeden horen verrassingen en onverwachte wendingen, die je niet onder controle kunt houden. Dit zorgt voor frustratie en vermoeidheid. En ook op het werk wilde ze ervoor zorgen dat ze op dezelfde voet als vòòr de zwangerschap door kon gaan. Ondanks een enorm slaaptekort, waardoor alles extra veel energie kost.
Door flink te sporten en de in te nemen calorieën te verminderen, hoopte ze snel haar oude gewicht weer terug te krijgen. Maar, als ze zich slapjes voelt, gaat er een energiedrankje in met een paar muesli-repen. In suiker zit energie. En die drankjes zorgen voor een boost.”Van drinken word je niet dik, want je plast het er toch uit? Wat zouden ze er wel niet van denken dat ik 15 kilo extra mee zeul?”, dacht ze vaak. Kortom, het zorgde ervoor dat ze lichamelijke en geestelijke roofbouw op zichzelf pleegde.
Tips om de accu op te laden:
- Slapen. Zorg ervoor dat je tussen de 7 en 9 uur slaap krijgt. Ga elke dag op dezelfde tijd naar bed. En sta om dezelfde tijd op.
- Beperk de hoeveelheid suiker die je met eten en drinken binnen krijgt. Je zult merken dat je minder suikerdips krijgt. En meer energie.
- Drink regelmatig, bijvoorbeeld vòòr en na elke maaltijd, een groot glas water. Water zorgt er, eenvoudig gezegd, voor dat je bloed makkelijk blijft stromen. Te weinig water in je lijf maakt je bloed stroperig, waardoor het meer moeite (en dus energie) kost om voedingsstoffen en zuurstof rond te brengen.
- Kom in beweging. Het mooiste zou zijn minimaal 30 minuten per dag aanééngesloten. Of 10 duizend stappen op de stappenteller. Met beweging bedoel ik niet per sé sporten. Maar, wanneer je sport, doe dat dan matig-intensief. Je moet nog makkelijk kunnen praten. Of door je neus kunnen ademen. Anders put je jezelf onnodig uit. Hard trainen werkt averechts.
- Zeg vaker ‘nee’ als je merkt dat het je allemaal teveel wordt. Wees realistisch en houd het bij jezelf. Gedachtentraining of mindfulness zijn vaak ook zeer effectief. Helemaal als je het kunt combineren met lichaamsbeweging. Mindful running/walking.
Dit zijn slechts een paar handreikingen die je zèlf kunt gebruiken om meer puf te krijgen. Echter, het kan zeker geen kwaad om professionele hulp te zoeken bij een psycholoog die zowel kijkt naar de psychologische als lichamelijke randvoorwaarden om lekker in je vel te zitten.
Maar, wat kun jij de lezers van dit artikel meegeven om een burn-out te voorkomen? Of eruit te komen? Waar heb jij veel baat bij gehad?
© 2015 Theodoor Gerrits – Psycholoog Ermelo