NIEUWS VAN DE WEEK
Volkskrant.nl: Onderzoek toont aan: we lijken bovengemiddeld vaak op onze voornaam
Details: Een Willem ziet er vaker uit als een Willem dan als een Wesley en een Barbara oogt niet snel als een Aurélie – mensen kunnen opvallend vaak een naam aan een gezicht koppelen zonder verdere kennis over die persoon, volgens onderzoek uit vakblad Journal of Personality and Social Psychology.
Wij kunnen je helpen
Direct de juiste hulp van een psycholoog die bij jou past
- Gekwalificeerde psychologen
- Al 47.242 mensen geholpen
- Snel en persoonlijk
- Geen wachtlijst
Psyned Redactie (PR): Als je een bepaald gezicht ziet, dat je dan denkt: dat is vast een Harold.
Aerjen: “Ik ben hier wel kritisch over. Ik betwijfel of je ooit echt een waardevolle voorspelling kan doen over of een gezicht bij een naam hoort. Er is in het onderzoek ook nog best een grote foutmarge bij de proefpersonen.”
PR: Maar mensen kunnen in ieder geval een béétje zien wat voor naam bij een gezicht hoort, lijkt het; hoe zou dat kunnen komen? Kan je bijvoorbeeld gaan lijken op je naam?
Aerjen: “Puur theoretisch gezien lijkt het me van wel. Als je een naam krijgt die je zelf associeert met een bepaald persoon, bijvoorbeeld dezelfde naam als een bekend figuur, zou je je (onbewust) naar je eigen idee van die persoon kunnen gaan gedragen. Belangrijker nog: als je een naam hebt die in jouw omgeving een bepaalde associatie heeft, kunnen de mensen om je heen op een andere manier op je gaan reageren – en hoe mensen op je reageren beïnvloedt wie je wordt. En dan zou je nog de extra stap kunnen maken naar hoe je gelaat verandert – de lijnen in je gezicht van veel lachen of veel fronsen bijvoorbeeld.”
PR: Ingewikkeld. Dus als je geboren wordt als Jan Peter, en in jouw omgeving wordt dat geassocieerd met, bijvoorbeeld, een serieuze persoonlijkheid, dan ga je misschien meer fronsen, en dát verandert je gezicht?
Aerjen: “Dat is theoretisch gezien het scenario dan ja. Of dat een Wesley wordt geassocieerd met sport, waardoor je meer gepusht wordt om te sporten, waardoor je een strakker of, bij buitensport, een verweerder gezicht krijgt. Dat kan. Maar dan zijn er zoveel factoren die precies op elkaar moeten volgen. Je maakt wel echt enorme gedachtesprongen wil je zeggen dat een gezicht er puur door een naam anders uitziet.”
PR: Wat vind jij een betere verklaring?
Aerjen: “Dat een naam bij bepaalde bevolkingsgroepen vaker voorkomt, en dat je de gezichten dus herkent op bevolkingsgroep. Dat is nog steeds enorm generaliserend en volgens mij niet makkelijk, maar daar zie ik wel logica in. De reputatie van een Joodse neus komt ook ergens vandaan, en bepaalde namen zijn natuurlijk bovengemiddeld populair bij de Joodse gemeenschap.”
PR: Vooral haardracht was bepalend, zeiden de onderzoekers.
Aerjen: “Haardracht is ook sterk onderhevig aan trends, en trends verschillen per bevolkingsgroep. De meesten van ons associëren dubbele namen als Jan Peter met een welvarender milieu, misschien ook met studentenverenigingen. Die hebben weer hun eigen haarstijlen – bij het mannencorps meestal langer haar of een nette scheiding. Dan denk je dus eerder Jan Peter dan Wesley als iemand van dat halflange haar heeft.”
PR: Dus je zou een gelaat wel aardig bij een bevolkingsgroep kunnen koppelen volgens jou, en dan een naam erbij plaatsen die je associeert bij die sociale groep?
Aerjen: “Ja, niet heel makkelijk, maar wel ongeveer. Qua haarstijl, gezichtsbeharing en make-up kan je al wel iets voorspellen over het milieu, en vanuit daar een naam gokken is dan gevoelsmatig ook wel te doen. Als je thuis bent in die verschillen dan. De onderzoekers merkten ook op dat Fransen goed namen konden raden bij Franse variaties, maar veel minder goed bij Hebreeuwse – die connectie tussen milieu en soort naam lijkt me dus sterk cultureel bepaald.”