“Als ik de praktijkruimte binnenkom met grote glazen koud water – hard nodig bij deze hitte – is de sfeer tussen Jos en Marian ontspannen. Er worden grapjes gemaakt en er zijn ‘wat dingetjes’ waaraan ze als stel willen werken. Allengs komen echter de tranen bij Marian. Ze vertelt hoe vaak Jos na zijn werk eigenlijk helemaal geen ‘mental space’ over heeft voor het gezin, hoe hij zich het liefst terug zou willen trekken en hoe kort zijn lontje dan kan zijn. Jos beaamt dit. Hij voelt wel dat hij na zijn werkdag eigenlijk zó vol zit, dat er eigenlijk niets meer bij kan. Marian begrijpt dat enerzijds wel, samen combineren ze een jong gezin met een drukke baan. Maar dat korte lontje, waarom dat nou toch altijd tot een explosie moet leiden, dat kan er bij haar moeilijk in.
Kenmerkend voor AD(H)D
Bij doorvragen over dat ‘vol’ zitten, komt naar voren dat Jos zintuiglijk hoog sensitief is. Geluiden, licht, aanraking, maar ook de energie van anderen, alles komt bij hem vol binnen. Op zijn werk heeft hij daar ook last van, maar daar kan hij zich door de sociale druk nog groot houden. Thuis niet meer.
Wij kunnen je helpen
Direct de juiste hulp van een psycholoog die bij jou past
- Gekwalificeerde psychologen
- Al 47.242 mensen geholpen
- Snel en persoonlijk
- Geen wachtlijst
Ik herinner mij zijn intakeformulier en hoe hij zich daarin als ‘dromerig’ en ‘enigszins chaotisch’ beschrijft. Als ik hieraan refereer, schieten beide partners in de lach: pfoehee, ja, dat kun je wel stellen! Na wat verder doorvragen begin ik te denken aan ADHD, oftewel: Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Ik leg uit dat Jos een aantal kenmerken vertoont die in dat spectrum passen. Het chaotische, ongestructureerde, het dromerige, de zintuiglijke overgevoeligheid, en – zeker niet onbelangrijk – het korte lontje.
Als ik ADHD noem, merkt Marian direct op: ADHD, dat is toch als je zo’n stuiterballen-jongetje was als kind? En nee, dat was Jos toch zéker niet! Ik leg uit dat er ook zoiets als ADD bestaat, een ‘variant’ als het ware op ADHD, maar dan met minder hyperactiviteit als symptoom. Beide aandoeningen vallen binnen dezelfde groep, vandaar dat ik vanaf nu ook spreek over AD(H)D.En hoe meer ik daarover vertel, des te meer knikt Jos beamend: ja, exact, zó kan hij zich voelen!
We besluiten om Jos in ieder geval op AD(H)D te testen. Een week later nemen we de scores door. Jos scoort sky high op ADD.”
Uitdagingen voor iemand met ADHD
AD(H)D is een (meestal) aangeboren ontwikkelingsstoornis, die zich uit op verschillende terreinen. Belangrijkste is dat van het besturingssysteem van het brein. In een notendop gaat het daarbij om het activeren van het brein (waak-slaap ritme en motivatie), aandacht richten, – vasthouden en – wisselen, emotieregulatie, het onderscheiden van binnenkomende prikkels als belangrijk en niet belangrijk, het aan kunnen brengen van organisatie en structuur binnen deze informatie, het geheugen (vasthouden van informatie en toegang tot het lange termijn geheugen) en regulatie van gedrag (impulscontrole). Bij AD(H)D werken meerdere of soms al deze executieve functies matig tot slecht. Daarenboven hebben mensen met AD(H)D vaak stemmingsstoornissen en/of angst– en dwangstoornissen en/of zijn ze verslavingsgevoelig.
Een kind met AD(H)D staat voor een behoorlijke uitdaging. Het krijgt gemiddeld meer kritiek van anderen, zowel thuis als op school. Er gaan vaker dingen mis, omdat het zich moeilijker kan concentreren en/of omdat het vergeetachtiger is dan leeftijdsgenoten. Zowel het onthouden als reproduceren van lesstof en belangrijke informatie zijn lastiger, onafhankelijk van zijn/haar IQ. Daarnaast komt het vaker in de problemen omdat het óf storend gedrag vertoont (gedrags-en emotieregulatie) of emotioneel kwetsbaarder is. Deze kinderen ontwikkelen dan ook vaak een laag zelfbeeld. Als het daarenboven vanuit aanleg nog een neiging heeft tot depressieve of angstige gevoelens, dan helpt dat op zijn zachtst gezegd niet.
De link tussen stress en AD(H)D
Een laag zelfbeeld is een grote stress-factor. Door ervaringen uit het verleden kan faalangst ontstaan. Je hebt een aantal keer meegemaakt dat je je best deed, maar toch niet aan de verwachtingen kon voldoen. Hierdoor ben je vaak bang om weer op je kop te krijgen en heb je de gedachte dat je de volgende keer ook zult falen. Dit kan het stresssysteem aardig aanjagen.
Daarnaast speelt prenatale stress een rol. AD(H)D is voor bijna 80% genetisch bepaald. Een moeder met AD(H)D, een laag zelfbeeld en hoge stressgevoeligheid kan haar kind al in de embryonale fase een levenslange bovengemiddelde stressgevoeligheid van het brein meegeven. Dit komt door haar eigen hoge cortisolspiegels. Eenmaal buiten de buik kan dat brein daardoor al bij milde stressoren flink over de rooie gaan. Ook in de volwassenheid. Want veel kinderen met AD(H)D groeien daar niet overheen, zoals men vroeger wel vaak dacht. Het is deze groep volwassenen die in hun leven vaak tegen een hele myriade van problemen aanloopt.
Bij cliënten met stress-gerelateerde klachten kijk ik altijd kritisch naar hun voorgeschiedenis. Zeker het gebrek aan de evidente jeugdtrauma’s zoals scheiding, verlies van een ouder, mishandeling en/of een disbalans tussen draaglast en draagkracht in de volwassenheid, kunnen aanwijzingen voor AD(H)D zijn.
Hoewel de diagnose niet onmiddellijk de oplossing geeft, biedt het vaak wél een verklaringsmodel van waaruit gekeken kan worden naar stress regulatie en –management.
En ja, dan is daar natuurlijk de hamvraag. Wat kan een therapeut voor je betekenen als onderliggend aan jouw klachten AD(H)D een rol speelt?
Dit is deel één van mijn blog ‘AD(H)D in de praktijk’. Er volgt een deel twee waarin ik bovenstaande hamvraag beantwoord. In mijn tweede blog besteed ik aandacht aan de volgende onderwerpen in relatie tot AD(H)D: gemengde gevoelens bij diagnose; prikkelgevoeligheid; aarden, gronden en ontspannen en omdenken.